De begraafplaats is ongeveer 2 km ten noordoosten van het stadje Divišov gelegen, bij de wegsplitsing naar Měchnov en Šternov, nu in de velden boven de snelweg, in het kadastrale gebied Měchnov. In 1776 heeft de Joodse gemeente in Divišov verzocht, om aan de hand van de vergunning door het Kerkelijke en wereldlijke gezag de kavel van de eigenaar van de herenboerderij in Šternberk, de heer Jan Václav Michal Čejka van Olbramovice, te mogen huren, en betaalde aan hem 200 gouden munten voor de grond en de omheiningmuur, waarbij de verhuur op 12 gouden stukken per jaar was vastgesteld. De begraafplaats is in 1777 aangelegd en tot de WO II gebruikt.